Beeldt u even in dat u erg graag op reis zou gaan. De kostprijs van uw droomreis: 4.000 euro. Maar die centen heeft u niet. Wat doet u best? Stapt u naar de bank voor een krediet of spaart u het geld eerst zelf bij elkaar?
Voordelen
Op voorhand sparen heeft zo zijn voordelen. Zo spaart u immers niet alleen de rente uit die u aan uw bank moet betalen (en dat zijn voor dergelijke kredieten forse tarieven), maar verdient u tevens rente op uw spaargeld. En dat kan een heel verschil opleveren. Wanneer u een jaar lang elke maand het bedrag opzij zet dat u aan de bank had moeten afbetalen voor de lening, dan heeft u het jaar nadien niet alleen uw reisbudget bij elkaar gespaard, maar ook nog uw zakgeld daarboven op.
Laat ons daar even een voorbeeld bijhalen. Stel dat u 4.000 euro zou willen lenen tegen 11,5 procent, terug te betalen over 12 maanden. Voor die lening zou u een jaar lang elke maand 354,45 euro moeten aflossen. Dat maakt dat u in het totaal 4.253,40 euro moet afbetalen voor de lening. Bovenop het ontleende kapitaal betaalt u dus 253,40 euro rente terug.
Spaarboekje
Laat ons nu even veronderstellen dat u dat bedrag niet zou terugbetalen voor een lening, maar dat u het elke maand op uw eigen spaarboekje zou storten. Wanneer u dat geld telkens kan wegzetten tegen 4 procent, wat met één van de betere spaarboekjes of met een verzekeringsrekening best haalbaar is, dan heeft u met een maandelijkse spaarinspanning van 354,45 euro na één jaar 4.332,26 euro bij elkaar gespaard. Met volgende formule kan u dat zelf narekenen:
Eindkapitaal = maandelijkse spaarinspanning x ((1+k)nx12 macht-1)/k
waarbij k gelijk is aan de interestvoet gedeeld door 12 en n het aantal jaren dat u wenst te sparen.
Spaart u zelf in plaats van een lening af te betalen, dan levert u dat dus een extra budget van 332,26 euro op. Een cadeautje van de bank van ruim 27 euro per maand!
Minder sparen
Maar u kan het natuurlijk ook anders bekijken. Heeft u slechts een reisbudget van 4.000 euro nodig, dan hoeft u zelfs niet elke maand 354,45 euro opzij te zetten om aan dat bedrag te geraken. Met een maandelijkse spaarinspanning van 327,27 euro komt u er dan al. Telt u die twaalf gespaarde bedragen op, dan zal u merken dat u na een jaar slechts 3.927,24 euro opzij heeft gezet. De interest (4 procent) maakt evenwel dat uw spaartegoed toch aan 4.000 euro komt. Het bedrag dat u maandelijks opzij moet zetten om aan het gewenste eindkapitaal te komen, berekent u met volgende formule:
maandelijks spaarbedrag = gewenste eindbedrag/((1 +k)nx12macht – 1)/k
waarbij k opnieuw gelijk is aan de interestvoet gedeeld door 12 en n het aantal jaren dat u wenst te sparen.
Twee jaar sparen
Vindt u een bedrag van 327,27 euro per maand teveel, dan kan u uw spaarinspanningen natuurlijk ook over twee jaar gaan spreiden. Dan moet u elke maand slechts ongeveer de helft opzij zetten. Of exact berekend met de formule: 160,37 euro, eveneens tegen een rente van 4 procent. Aangevuld met de interest geeft dat opnieuw het vereiste bedrag van 4.000 euro.
Had u diezelfde som op twee jaar geleend tegen 11,5 procent dan had u elke maand echter 187,92 euro moeten afbetalen. Dat maakt dat u op twee jaar tijd maar liefst 4.510,08 euro had moeten terugbetalen. En inclusief de interest die u daarop had kunnen krijgen, geeft dat zelfs een eindtotaal van 4.687,28 euro. Bijna 700 euro zakgeld bovenop uw reisbudget dus! Wat even op uw tanden bijten niet allemaal kan opleveren.
Rente spaarboekjes
Er is natuurlijk één probleempje. Ge dient al een bank te vinden die zoveel rente geeft. De maximum rente die je nu kan krijgen is ongeveer 2,5 % (2014). Toch als je de de formule van hierboven gebruikt, zie je dat sparen nog altijd voordeliger uitkomt dan het lenen van geld.
We hebben hierboven het voorbeeld genomen van geld lenen voor een reis. Maar hoe zit dat met het geld lenen voor een woning? Het is lange tijd geweest dat de prijzen van de huizen zo snel de hoogte ingingen, dat het eigenlijk geen zin had om het geld op een spaarrekening te plaatsen en te sparen tot je een huis kan betalen. De prijzen van woonhuizen gingen sneller de lucht in dan de spaarrente op je spaarboekje. De loonsverhogingen waren niet in vergelijking met de prijsverhoging in vastgoed. Mensen waren hierdoor genoodzaakt om toch een lening aan te gaan. Gelukkig zijn de vastgoedprijzen gestabiliseerd maar de rente van de spaarboekjes zijn nog altijd vrij laag.